zaterdag 10 juli 2021

Rugzak

Nieuwtje: Ik heb een rugzak!
    Zo dat is er uit en lucht op zeg. Je hebt geen idee hoe fijn ik het vind dat eens gezegd te hebben. Voor de rest is het oud nieuws voor wie mij dagelijks lopend aantreft. Ik heb ‘m al zo lang, niet deze, maar een rugzak. En zie je ‘m niet? Dan zit ie verstopt. Weet je waar?
    In mijn fietstas, waarvan iemand ooit zei:
    ,,Fietstassen zijn zó burgerlijk.” Ik dacht: boeie! Voor jou burgerlijk, voor mij onmisbaar. Kwam ik er een paar maanden later achter dat zij ook fietstassen had. Mijn rugzak zakte er van af, zo de fietstas in. Ik dacht: geen oordeel, gewoon laten zijn.

Blijvertje
Wel draag ik die rugzak vaak op mijn rug, want eens op mijn rug zit ie niet in de weg. Wat bijna klinkt alsof ik ‘m bij het aankleden op mijn rug hang en pas ’s avonds voor het douchen weer af doe. Oh boy, nee! Ik ben gek, noem me burgerlijk, maar zo debiel ben ik niet. Geloof het of niet, hij gaat alleen mee en dan ook altijd, als ik het huis verlaat. Zie je mij, zie je de rugzak. Ik moet ‘m eigenlijk een naam geven, dat verdient ie. Wie denkt er mee?
    Nou zeg ik wel dat ik ‘m altijd meeneem; dat is niet waar. Ik ben een grote liegbeest. Voor een kort rondje-er-om-heen of bij een snel heen-en-weertje, wil ik wel eens mijn mini tasje ‘Pixel’ meenemen. Daar kreeg ik afgelopen week zo’n spijt van. Ik bedacht spontaan om even naar Kasteel Schonauwen te wandelen, maar verlangde onderweg naar paracetamol, had ik niet bij me. Ik kreeg last van hooikoorts, geen zakdoekje mee. Mijn haar hing los in mijn nek en wilde ik opsteken, haarklem zat er niet in. En het ergste? Bij kasteel Schonauwen bleek het hek hermetisch gesloten. De enige oplossing die ik bedacht kon ik niet uitvoeren: er zaten geen pen en papier in Pixel. Ik kon geen briefje achterlaten. Wat voor nep-schrijver ben ik dan?
    Liep ik helemaal voor niets 37 minuten heen en hetzelfde terug. Oh nee, ik genoot enorm van de wandeling!

EHBOtas
Vraag dus niet waarom ik altijd mijn EHBO-kit bij me heb. Denk naast bovengenoemde aan een nagelknipper, hand- en haarcrème, maandverband dat ik al lange tijd niet nodig heb, maar waar anderen wel om vragen, een veiligheidsspeld, schaartje en zakdoekjes voor de ongelooflijk vele emoties van de laatste maanden, een kotstasje, mijn zonnebril, pasjes, de buitenboord batterij met oplaadsnoer en zo meer. Er staan best persoonlijke dingen tussen hè? Viel het kotszakje extra op?
    Daar begon het dragen van de rugzak mee.
    
Duizelingwekkend
We schrijven het jaar 2005. Een arts ontdekte dat ik de ziekte van Ménière had, wat toen betekende dat ik op de meest onverwachte momenten flinke duizelingen kreeg en dus binnen no time van ellende omviel en kotsmisselijk werd. In de sportschool tijdens de leg-press; in de kerk tijdens een gebed; in de Appie als ik net de appels woog; in het park aan het water; ik kon maar zo gaan duizelen om in afwachting van mijn lief een plastic zak en keukenrol als noodoplossing (in plaats van een emmer) te gebruiken. Het is alles bij elkaar de reden dat ik altijd mijn rugzak bij me heb, ik wil dingen bij me hebben als het mis gaat. Met dit verschil: Ménière is al jaren onder controle. De rugzak blijft. Vooral ook omdat anderen bewezen dat er hulp uit kwam:
    ,,Irene, heb jij een veiligheidsspeld?”, vroeg mijn schoonmoeder eens.
    ,,Tuurlijk!” Ik diepte ‘m op.
    ,,Jij hebt echt alles bij je.”
    ,,Tja, ik ben een mum hè, kinderen hebben altijd een pleister, paperclip of maandverband nodig.”
    ,,Paperclip?”
    ,,Ja, die kwam ik van de week tegen en dacht: dat kan ook wel in mijn tas. Je weet maar nooit, hoe ik er eens iemand mee help.”

Maxi-tampon
Ander nieuwtje: Ik heb behoorlijke nekklachten en grote vriend de kipboer kreeg dat door.
    ,,Waarom draag jij ook altijd die zware rugzak?”
    ,,Nou, gewoon omdat! Voor werk? Omdat ik ‘m graag mee neem? Wie vroeg laatst om paracetamol?”
    ,,Ja ja, geef hier, dan zet ik ‘m in mijn kast en kun jij zonder die ballast naar de Appie.” Hij hield zijn hand dwingend op. Ik liet de rugzak van mijn rug glijden.
    ,,Wat als ik daar binnenloop en plotseling iets nodig heb?”
    ,,Als jij een tampon nodig hebt bel je maar, dan breng ik ‘m. Dan loop ik de Appie in en roep: ‘Irene, hier is je tampon!’”
    ,,Ik zie je al lopen met een maxi-tampon hoog in de lucht.”
    ,,Ik krijg er al zin in.”
    ,,Ik ook, ik ken je dan gewoon even niet en hoop dat de andere Irene er is. Zij kijkt vast nietsvermoedend op, sta jij tegenover haar.”