zaterdag 1 juni 2019

Declaraties


Het voelt nog elke maand nieuw. Zoals het nog elke maand genieten is, wanneer ik het declaratieformulier in vul en verstuur naar mijn baas. Wat ik vang voor de artikelen die ik schrijf deel ik lekker niet, zoals ik net zo min vraag naar jouw inkomen. Ga lekker zelf voor de krant schrijven en ontdek het.

Droog brood
Wat ik kan vertellen, is dat ik al vóór ik begon te werken voor het wekelijkse sufferdje, zoals mijn lief het noemt, wist dat het geen vetpot is. Ik werd er al op gewezen bij mijn sollicitatie.
   Ze logen niet. Van mijn loon kunnen we nog net ons dagelijks droog brood kopen. Ik ben er blij mee, maar gelukkig blijer met de eer van het schrijven. Het is zo leuk om mijn naam bij artikelen te zien en zelfs als het er niet bij staat te weten dat iets van mijn hand is.
   Het leukst is mensen te ontmoeten, geraakt te worden en zelf harten te raken. Ik hou zo van mensen en ontmoet sinds vorig jaar zoveel plaatsgenoten. Het vergroot mijn liefde voor Houten alleen maar. It’s my world!
   Ik mag er in groeien, professioneler worden en verdien er wat centen mee. Dat is werelds!

Beleg
Ben ik vooral heel gelukkig met manlief en zijn bedrijf. Dankzij hem eten we op het droge brood margarine met hagelslag of kaas met marmite en staat bij het zaterdagontbijt een vers glas sap naast mijn bord. Dat meneer de meeste monnies verdient, vind ik al járen geweldig. Dankzij hem maken wij ons geen zorgen.
   Tel daarbij op dat binnen afzienbare tijd geen kinderen het huis uit gaan. Lees de kranten maar, zij zeggen dat jongeren langer thuis blijven. Daarmee komt, zonder zelf meer te werken, meer geld binnen op mijn rekening. Noem het kostgeld.
   Herstel, onze gezamenlijke  rekening. Daarop valt niet zo op dat mijn muntjes een schijntje zijn op het hele eindbedrag.

Blut
Tot onze zoon tijdens een gezinsuitje geld van z’n pa vraagt en paps antwoord met:
   'Ik heb geen geld.' Wat helemaal zijn eigen schuld is. Hij maakte mij beheerder van de gezamenlijke rekening, ook wel huishoudpot en staart zichzelf blind op de zakelijke rekening. Ieder beheert wat ie aan kan, zeg maar. De verschillen zijn groot en daarom is het wijs om te scheiden. De één maakt elke maand de pot bijna leeg, de ander richt zich op de toekomstpot. Ieder is professioneel op eigen gebied. Goed geregeld, zou ik zeggen.

Status
   Daarom kan mijn man ineens roepen dat hij geen geld heeft en vervolgt met:
   'Irene, heb jij geld?'
   'Natuurlijk schatje.' Kijk me zwaaien met het phonehoesje waar mijn bankpasjes wonen. 'Ik heb altijd geld.' De monden van onze kinderen zakken tot hun borstkas.
   'Papa? Hoezo heb jij geen geld?', vraagt Benjamin die even huivert voor zijn niet op handen zijnde verjaardagscadeau.
   'Gaat het niet goed met de zaak?', klinkt Celine angstig.
   'Natuurlijk gaat het goed met de zaak, maar thuis is een heel andere zaak. Ik krijg geen geld van mama, dus heb ik niks.’ Dat oogt echt zielig nu ik het zo schrijf.
   ‘Heerlijk om ten minste over zoiets bijzonders baas te zijn, naast baas van het huishouden en de kinderen en hun bijbehorende opvoeding.’ Zo klinkt mijn verantwoording alles bij elkaar ineens best tof, niet? Krijg ik nu een beetje status, voor hen die status belangrijk vinden?
   Mij boeit status verder voor geen cent.

Declaratiefout
Wat mij wel boeit, is dat degene die mij aangenomen heeft me mailt en complimenteert voor het goed invullen van de declaraties. Tja, formulieren invullen is wel aan mij besteed. Het heeft iets te maken met mijn perfectionistische hebbelijkheden: geef me iets in te vullen en het zal perfect zijn. Niet omdat ik nooit fouten maak, wel omdat ik alles zes keer check. Net als blogs en elk artikel dat ik schrijf. Is heus niet maar zo geschreven en klaar. Het is een behoorlijk proces, een berg werk, alles bij elkaar.

Kilometervergoeding
Zegt de content manager:
   'Je mag ook kilometers declareren.'
   'Dat kan toch niet als ik de auto niet gebruik?’
   'Je declareert dan gewoon de gefietste kilometers.'
   'Maar ik wandel bijna altijd.'
   'Zelfs dat mag je declareren. Het scheelt vast iets op de declaratie.'
   Al goed. Nu houd ik netjes de wandelkilometers bij en verbaas me over de gelopen afstanden. Meestal is dat rond de drie kilometer (heen en terug). Natuurlijk ken ik uitschieters omhoog, maar stiekem stelt het niet zoveel voor.
   Toch ging afgelopen maand mijn declaratie inclusief kilometervergoeding richting baas en berekende ik wanneer ik naast ons droog brood nieuwe wandelschoenen kan kopen. Kom ik zomaar uit op drie en een half jaar. Dat scheelt inderdaad heel veel.
   Daarom blijf ik bij de krant werken, want het schrijven is zo leuk!