Haar ogen werden groot, ze greep me bij mijn onderarm en wees met haar
andere hand naar de kerstboom. Liet mij weer los, liep de serre in om happend
naar adem terug te komen en vroeg met piepstem:
‘Mama, waar is Vlokje?’
‘Oh help, geen idee.’ Ik hoopte
werkelijk dat iedereen hem vergeten was.
‘Hoezo, help? Is ie er nog wel?’
‘Nog eens: geen idee.’
‘Heb je hem dan niet meer
gezien?’
‘Nee.’
Weet jij nog wie Vlokje is, was? Nee, lees dan even hier.
Schreef ik blijvertje? Tja, dat
was de bedoeling, maar bleef niet in stand en zo ontstond bij mij al langer
geleden de vraag: wanneer zag ik hem voor het laatst? Hoe verdween hij uit mijn zicht? Het heeft alles te maken met het vertrouwen dat hij er morgen wel
weer zou zijn. Wat denk je nou, hij lag ruim een half jaar te rollebollen op de
grond. Hij zag alle kanten van de
huiskamer en hoewel ik mezelf een goede housekeeper durf te noemen, werd hij wat
grijs. Hoe denk je dat jij eruit zou zien als je ruim een half jaar op de grond
lag te buitelen? Dacht je daar blinkend en stralend vanaf te komen? Forget it!
Ik hield bewust mijn mond, want toegeven dat ik Vlokje niet heb weten te
beschermen, hem verloren heb, heeft onherroepelijk gevolgen. Wie vertrouwt me
ooit nog als oppas voor zijn of haar peuterige prinsje of prinsesje? I am doomed. Vooral toen Celine me onderwierp aan een
persoonlijk vragenuurtje, versterkt door twee extra getuigen:
‘Mama, wanneer zag je hem voor
het laatst dan?’
‘Bedoel je precies uit het oog verloren?’
‘Ja, wanneer was de laatste
keer?’
‘Dat was ergens rond de
zomervakantie...’
‘Mam, dat is ongeveer vijf maanden!’,
schreeuwde ze uit. ‘Dat is al heel lang!’
‘Vorig jaar.’
‘Echt maham!’ Ik keek
onschuldig de andere kant op om zo de intimiderende blik in haar ogen te
vermijden. Mijn schuldgevoel reikte al van hier tot de kerstboom. Zij kon diezelfde
afstand zonder meer verlengen naar de
Noordpool. Gelukkig heb ik das, muts en handschoenen standaard in de mouw van
mijn winterjas zitten, het werd met de seconde kouder.
Hoe ver mijn schuldgevoel ook reikte, het bracht Vlokje niet terug. Bij
het optuigen van de boom kwam zijn hele familie tevoorschijn, een grote
familie! Hoe kon ik dan niet aan Vlokje denken?
However, als ik had geweten dat Vlokje de pluizen zou nemen, dan had
ik echt afscheid genomen. De stiekeme verdwijner.
‘Mam, denk na, wanneer en waar
zag je hem het laatst?’
‘Dat zei ik al: ergens rond de
vakantie vorig jaar.’
‘Maar waar, hoe.’
‘Op de grond natuurlijk. Hij
zag wat grijs.’
‘Maham, hoe kan hij nou zomaar
verdwijnen?’
‘Net zoals hij ongezien van de
oude op de nieuwe vloer over de kop is gegaan. Hij doet alles achter onze rug
om. Trouwens, ik zit hier niet als enige aan tafel, kijk de mannen eens. Zij
zeggen niets. Misschien zag één van hen Vlokje voor het laatst. Sterker nog,
misschien heeft één van hen Vlokje opgezogen.’
‘Wat?’, zei Marcel ineens
geschrokken. ‘Ik stofzuig nooit!
‘Daar zeg je iets zeg, weet je
wel wat een stofzuiger is?’ Ik stak mijn tong erbij uit.
‘Wel zwaai jij hier regelmatig
met een kappersschaar boven iemands koppie. Misschien veegde jij hem ongezien
met veger en blik mee weg. Vlokje rustte vaak daar uit waar jij meneer-de-kapper
speelt.’
‘Dus nu heb ik Vlokjes
verdwijntruc uitgedacht?’
‘Iedereen hier aan tafel is
inderdaad verdacht, dat verzeker ik je. Bedenk vooral een goed alibi.’
‘Mam, Benjamin kan hem ontvoerd
hebben.’
‘Heb ik het nu ineens gedaan? Nog
even en ik heb hem gekilld.’
‘Nu je het zegt, hij kan wel gedood
zijn, opgegaan in stof.’ Ik kreeg spontaan tranen in mijn ogen. ‘Mag ik een
tissue?’
‘Mam, hij was stof,’ klonk
zoonlief lekker nuchter.
‘Zou het misschien kunnen dat
hij zich niet gezien voelde en op een luchtig moment, toen de serredeuren open
stonden een aanrolletje nam en zichzelf over de drempel naar vrijheid kukelde? Die gedachte klinkt beter
dan vermoord. Hij koos zijn eigen vrijheid.’
‘Ach mam, troost je, je hebt
een boom vol vlokken,’ klonk Benjamin, stond op van tafel, liep naar de boom en
pakte er een vlokje uit.’
‘Jij legt die vlok heel snel
terug in de boom. Nog even en je geeft ‘m een naam.’
‘Ja, goeie, wat denk je van Vlokje
2.…’ Ik druk mijn handen tegen mijn oren.
‘Nee, nee, geen naam, ik wil niet
opnieuw emotioneel gehecht raken. Er was maar één Vlokje en onvervangbaar.’
‘Hé, kijk wat daar aan komt
rollen!’, gebaarde Celine naar de vloer. Ze stuiterde erbij van haar stoel!
‘ Kijk nou! Vlokje heeft een gezinnetje gesticht! Hij was achter
een meisje aan! Hij heeft smaak, lekker ding hè?’