‘Spoor ik eigenlijk wel Marcel?’
‘Ik ben zo blij dat je het eindelijk
vraagt!’
‘Huh? Hoezo? Je klinkt nogal opgelucht. Verder
was het geen antwoord.’
‘Eigenlijk wilde ik altijd al zeggen dat jij
niet spoort, maar ik miste de aanleiding.’
‘Dus jij vindt mij werkelijk een beetje
koekoek?’
‘Ik zei niet een beetje. Hoe lang zijn we
samen?’
‘Getrouwd of all included met verkering?’
‘Doe mij de full package.’ Moet ik nog rekenen ook!
‘27 jaar en zes maanden, zoiets.’
‘Hoezo zoiets? Vrouwen zuigen toch altijd
alle data uit hun duimpje?’
‘Ja, nou, ergens in mei, way back, kregen wij verkering. Ik had duidelijk
meer oog voor jou dan de kalender. Al goed, ik ben knettergek.’
‘Zekersteweten, maar waarom zit jij daar
ineens mee? Heb je een zelfreflectie-wandeling gehad?’
‘Zelfreflectie? Ben jij nou helemaal ontspoord?
Nee, ik reflecteer anderen op mij.’ Kijk zijn ogen groot worden als
waxinelichten, die maxi-theelichten dan wel.
‘Wat bedoel je daar nu mee?’
‘Gewoon dat wanneer iemand in mijn omgeving
iets doet, ik gelijk denk: moet ik dat dan ook doen?’
Ik verklaar mij graag
even naderder. Veel mensen, ik bedoel de generatie 32ers die dat al zo’n 14
jaar zijn en daarmee ver voorbij het MBO, HBO of WO zijn aangeland en ontelbaar
veel jaar werkervaring op hun naam hebben staan, gaan nu ineens weer studeren, baantje wisselen, omscholen of
bij leren.
Het zet mij aan het denken: mis ik iets,
spoor ik wel? Wil ik stiekem weer in de schoolbanken?
Op die vraag weet ik als enige antwoord en ben zeer overtuigd van mijn gelijk: NEE!!!
School is stom en verleden tijd! Iets met
bad memories. Ik was alleen, viel buiten de klas, werd niet gezien, ja gepest.
Ik ga niet terug.
Tel daarbij op dat lezen, teksten onthouden,
leren nooit mijn beste kunstjes waren. Tot de dag van nu lijkt lesstof niet verder
te komen dan mijn korte seconde geheugen. Lees ik vandaag iets leerzaamst, weet
ik morgen niet meer hoe het zat. Tel daarbij een langzaam leestempo op wat een boek
al gauw vreselijk dik maakt.
Ruik jij hier de mogelijkheid op dyslexie? Dat
is een onderzoekje waard.
‘Wil jij studeren? Wat zou jij willen leren?’
‘Journalistieke skills!’
‘Ah ja, jij wil gaan voor betere teksten?’
‘Ja!’
‘Niet doen!!! Je verliest je leuke
eigenheid.’ Lief hè, hij wil dat ik mezelf blijf, met mijn eigen stijltje. Hij
gaat voorbij aan de tijd die ik nu kwijt ben aan interviews en die beschrijven.
Dat moet beter to the point kunnen komen.
Dit besef is al een stukje leerproces, denk ik eigenlijk. Tel daar een content manager bij op die aanbood me
bij de hand te willen nemen na het verschijnen en goedkeuren van een proeftekst. Dat klinkt als werkend leren. Kan ik!
‘Eigenlijk hè, Marcel, heb ik geen tijd voor
een opleiding. Ik skip definitief dat
idee.’
Herinner ik me
ineens één groot compliment van mijn MAVO docent Nederlands. Ik haatte het dt-gedoe
en meer in de Nederlandse taal. Desondanks stond in mijn schrift: jouw boekverslagen
zijn zo goed geschreven, ze zouden bijna geschikt zijn voor een literair tijdschrift.
Zo jammer dat ik het bewijsmateriaal tijdens
een verhuizing ben kwijtgeraakt. Als in compleet foetsie weg. Eén doos lijkt
nooit meegekomen en daarin zaten mijn schriftelijke hoogstandjes.
Zo zie ik ineens: waar
ik dacht in de wieg te passen als verpleegkundige, bleek sowieso iets anders
geschikter. Lees nou zelf: moi met
alle stuiter en gedol aan het bed? Dat klinkt meer als Cliniclown. Nog zo’n gemist
station. Met al mijn bedenksels kom ik opnieuw terecht bij manlief:
‘Mini-me
zocht het in de zorg, maar mijn hart zat al die tijd al in de pen. Ik heb spijt
van al die gemiste tijd.’
‘Irene, vergeet je werkelijk dat jij jouw echte
droom waarmaakte?’
‘Welke dan?’
‘Die waarin jij koos voor je kinderen. You did a great job! Nu ben je vrij en
kijk wat er gebeurt? Het werk komt naar je toe! Schrijfopdrachten; je staat op
het punt een proeftekst in te leveren. Je hebt nog jaren voor je. Ga ervoor!’ Gelukkig
staat de tissuedoos op grijp-afstand.
‘Je hebt als altijd gelijk. Ik pak die nieuwe
spannende kansen.’
En koppel er dit leerplan aan:
flink intensief lezen wat en hoe anderen columns, artikelen en berichten schrijven.
Kritisch kijken naar teksten van hen en overnemen wat goed is, leren wat ik
anders zou doen.
Een krantenabonnement is stap één. Maar welke krant? Niet zo’n hoogdravende,
waarbij ik steeds het woordenboek open sla. Geroddel heb ik evenmin trek in. Doe
mij maar dagelijks, als in algemeen dagelijks. Yes! Dat is de afkorting van het
AD, natuurlijk!!! Dat wordt ‘m.
Blijkt ineens niet
wandelen, wat ik stiekem dacht, maar dit bloggen mij aan te zetten tot zelfreflectie.
Best eng!!!