zondag 11 november 2018

Zelfreflectie?


    ‘Spoor ik eigenlijk wel Marcel?’
    ‘Ik ben zo blij dat je het eindelijk vraagt!’
    ‘Huh? Hoezo? Je klinkt nogal opgelucht. Verder was het geen antwoord.’
    ‘Eigenlijk wilde ik altijd al zeggen dat jij niet spoort, maar ik miste de aanleiding.’
    ‘Dus jij vindt mij werkelijk een beetje koekoek?’
    ‘Ik zei niet een beetje. Hoe lang zijn we samen?’
    ‘Getrouwd of all included met verkering?’
    ‘Doe mij de full package.’ Moet ik nog rekenen ook!
    ‘27 jaar en zes maanden, zoiets.’
    ‘Hoezo zoiets? Vrouwen zuigen toch altijd alle data uit hun duimpje?’
    ‘Ja, nou, ergens in mei, way back, kregen wij verkering. Ik had duidelijk meer oog voor jou dan de kalender. Al goed, ik ben knettergek.’
    ‘Zekersteweten, maar waarom zit jij daar ineens mee? Heb je een zelfreflectie-wandeling gehad?’
    ‘Zelfreflectie? Ben jij nou helemaal ontspoord? Nee, ik reflecteer anderen op mij.’ Kijk zijn ogen groot worden als waxinelichten, die maxi-theelichten dan wel.
    ‘Wat bedoel je daar nu mee?’
    ‘Gewoon dat wanneer iemand in mijn omgeving iets doet, ik gelijk denk: moet ik dat dan ook doen?’

Ik verklaar mij graag even naderder. Veel mensen, ik bedoel de generatie 32ers die dat al zo’n 14 jaar zijn en daarmee ver voorbij het MBO, HBO of WO zijn aangeland en ontelbaar veel jaar werkervaring op hun naam hebben staan, gaan nu ineens weer studeren, baantje wisselen, omscholen of bij leren.
    Het zet mij aan het denken: mis ik iets, spoor ik wel? Wil ik stiekem weer in de schoolbanken?

 Op die vraag weet ik als enige antwoord en ben zeer overtuigd van mijn gelijk: NEE!!!
    School is stom en verleden tijd! Iets met bad memories. Ik was alleen, viel buiten de klas, werd niet gezien, ja gepest. Ik ga niet terug.
    Tel daarbij op dat lezen, teksten onthouden, leren nooit mijn beste kunstjes waren. Tot de dag van nu lijkt lesstof niet verder te komen dan mijn korte seconde geheugen. Lees ik vandaag iets leerzaamst, weet ik morgen niet meer hoe het zat. Tel daarbij een langzaam leestempo op wat een boek al gauw vreselijk dik maakt.
    Ruik jij hier de mogelijkheid op dyslexie? Dat is een onderzoekje waard.

Stoort mijn man me in mijn bedenkingen:
    ‘Wil jij studeren? Wat zou jij willen leren?’
    ‘Journalistieke skills!’
    ‘Ah ja, jij wil gaan voor betere teksten?’
    ‘Ja!’
    ‘Niet doen!!! Je verliest je leuke eigenheid.’ Lief hè, hij wil dat ik mezelf blijf, met mijn eigen stijltje. Hij gaat voorbij aan de tijd die ik nu kwijt ben aan interviews en die beschrijven. Dat moet beter to the point kunnen komen. Dit besef is al een stukje leerproces, denk ik eigenlijk. Tel daar een content manager bij op die aanbood me bij de hand te willen nemen na het verschijnen en goedkeuren van een proeftekst. Dat klinkt als werkend leren. Kan ik!
    ‘Eigenlijk hè, Marcel, heb ik geen tijd voor een opleiding. Ik skip definitief dat idee.’

Herinner ik me ineens één groot compliment van mijn MAVO docent Nederlands. Ik haatte het dt-gedoe en meer in de Nederlandse taal. Desondanks stond in mijn schrift: jouw boekverslagen zijn zo goed geschreven, ze zouden bijna geschikt zijn voor een literair tijdschrift.
    Zo jammer dat ik het bewijsmateriaal tijdens een verhuizing ben kwijtgeraakt. Als in compleet foetsie weg. Eén doos lijkt nooit meegekomen en daarin zaten mijn schriftelijke hoogstandjes.

Zo zie ik ineens: waar ik dacht in de wieg te passen als verpleegkundige, bleek sowieso iets anders geschikter. Lees nou zelf: moi met alle stuiter en gedol aan het bed? Dat klinkt meer als Cliniclown. Nog zo’n gemist station. Met al mijn bedenksels kom ik opnieuw terecht bij manlief:
    Mini-me zocht het in de zorg, maar mijn hart zat al die tijd al in de pen. Ik heb spijt van al die gemiste tijd.’
    ‘Irene, vergeet je werkelijk dat jij jouw echte droom waarmaakte?’
    ‘Welke dan?’
    ‘Die waarin jij koos voor je kinderen. You did a great job! Nu ben je vrij en kijk wat er gebeurt? Het werk komt naar je toe! Schrijfopdrachten; je staat op het punt een proeftekst in te leveren. Je hebt nog jaren voor je. Ga ervoor!’ Gelukkig staat de tissuedoos op grijp-afstand.
    ‘Je hebt als altijd gelijk. Ik pak die nieuwe spannende kansen.’

En koppel er dit leerplan aan: flink intensief lezen wat en hoe anderen columns, artikelen en berichten schrijven. Kritisch kijken naar teksten van hen en overnemen wat goed is, leren wat ik anders zou doen.

Een krantenabonnement is stap één. Maar welke krant? Niet zo’n hoogdravende, waarbij ik steeds het woordenboek open sla. Geroddel heb ik evenmin trek in. Doe mij maar dagelijks, als in algemeen dagelijks. Yes! Dat is de afkorting van het AD, natuurlijk!!! Dat wordt ‘m.

Blijkt ineens niet wandelen, wat ik stiekem dacht, maar dit bloggen mij aan te zetten tot zelfreflectie. Best eng!!!