zaterdag 19 mei 2018

Tijdloos


Nooit eerder was ik zo onbuigzaam als de afgelopen week. Nooit tevoren ben ik zo’n krachtmeting aangegaan. Alsof mijn ja-en-amen een vakantieweek hadden opgenomen, met in de koffer alle meegaandheid en plooibaarheid. Die zaten strak opgevouwen naast mevrouw toegeeflijk en zus flexibel.
    ‘Ja, schatje, natuurlijk liefje!’, klonk niet één keer, waar dat anders vaak klinkt. Niet dat je zomaar over me heen kan walsen of ik nergens een punt van maak. Ik kan echt wel ‘nee’ zeggen, maar alleen als het big deal is.
    Wat mij betreft is er teveel gedoe om dingen die discuzeur gewoonweg niet waard zijn. Ik ben razend meegaand bij iemand die weet wat hij wil. Uit pure gemakzucht om niet na te hoeven denken klinkt regelmatig mijn ‘ja primakidoki’.

Echter onze nieuwe klok, eigenlijk de wijzers, maakte me onbuigzaam als een ijzeren pookstok. Het verbaasde zelfs mij. Koppigheid staat me net zo slecht als een lampenkap als rok. Verbluffend!

Die nieuwe klok was niet nodig, maar sinds onze serre klaar is en één muur nogal kaal achterbleef leek een grotere klok ons gaaf.
   Zo hier en daar liepen we tegen klokken aan die te dik, te klein, te randloos, te vierkant, te groot, te lelijk, te crinchy, maar meestal te duur waren.

Tot die ene! Je kent het: we gingen naar het tuincentrum voor terrasplantjes om thuis te komen met een grote plant voor de huiskamer, een schep, een kamerplantje, de bijna vergeten terrasvullers en een klok - zomaar onverwacht ertegenaan gebumpt.

De plantjes stonden er al gauw kleurig bij. De klok niet.
    Hij hing perfect aan de muur. Om in de avond te ontdekken dat de wijzers in het donkere licht onzichtbaar werden. De goudkleurige wijzers kleurden teveel mee in het grijze motief op de achtergrond. Het mooie was juist dat de wijzers dezelfde kleur hadden als de klepel die bij de zes het heen-en-weer heeft.
    Je zou maar klepel zijn. Ik zou ontslag aanvragen.

    ‘Het is echt onmogelijk te zien hoe laat het is.’
‘Echt niet. Even met je hoofd wiebelen, de weerkaatsing van het licht zoeken en zo ontdek je de tijd.’
‘Maar ik wil niet hoofdschuddend de tijd zoeken.’
‘Wat piep je nou? Je phone ligt vaker naast je dan ik, open het klepje en tralala, je ziet dat het bedtijd is.’
‘Dat is toch stom! Ik koop een klok om de tijd te zien, niet voor de sier.’
‘Wat wil je dan? De klok is juist zo mooi.’
‘Ik ga de wijzers zwart schilderen.’
‘Ben jij helemaal mesjogge? Die wijzerkleur maakt de klok tot wat ze is. Wat is er tegen wat vooroverbuigen?’
‘Alles, ik wil ze zelfs kunnen zien als ik op mijn kop lig.’

Dochterlief mengt zich in onze discussie. Als zij nou eens kiest voor mijn kant en zoonlief ook, dan kan mijn lief zeggen wat ie wil, maar meeste stemmen hebben wel vaker schokkende zaken mogelijk gemaakt.
    ‘Pap, met zwarte wijzers verliest de klok zijn chique look en wordt gewoontjes.’
    ‘Yes!’
    ‘Niet te blij mama, papa heeft gelijk. Onleesbare wijzers maakt de klok nutteloos.’ Waarop mijn man in hoerastemming raakt.
    ‘Het is twee tegen twee.’
    ‘Wij winnen want wij zijn langer.’ Zo denkt Benjamin gewicht in de klok te gooien.
    ‘Wil je werkelijk de strijd op die manier uit spelen?’ Met een flinke heup bups van die van mij tegen die van Celine vervolg ik: “Dit is gewicht in de strijd.’
    ‘Gelukkig heb je daar nog gewicht, mam, iets hoger valt het wat tegen hè?’
    ‘Och jij! Ik weiger mee te werken aan zwarte wijzers. Is er geen in between? De helft zwart maken? Helemaal zwart wil ik echt niet!’

Amper uitgekletst ging de kwast er op en klonk uit mijn mond:
    ‘Het ziet er niet uit! En nu?’
    ‘Ik bedenk wel iets,’ klinkt manlief zelfverzekerd en ik verlaat het huis.

Bij thuiskomst zie ik direct dat de wijzers helemaal en totaal zwart zijn.
    ‘Bah, zo gewoontjes. Foetsie chique uitstraling. Hallo gewone klok.’ Wat mijn lieverd niet leuk vind.

Weer een dag later zegt hij:
    ‘We spuiten de wijzers in een gouden tint.’
    ‘Ze waren goudkleurig!’
    ‘Ja, maar ik maak het niet dekkend. Ik spuit van een afstand, dan lijkt het gespikkeld.’
    ‘Doe dan gelijk discodip! Ik heb paarse en rode spuitverf.’

Even later is de klok opnieuw tijdloos en worden de wijzers bespoten. Ik hoop echt dat meneer eindelijk de gouden middenweg heeft gevonden.

Manlief plaats de wijzers weer op de klok en op tijd.
    ‘Oh,’ klink ik verbluft, ‘now we're talking. Je vond de middenweg in alle gedoe. Goudgespikkeld!’
    ‘Ja, jij je kleur, ik het zicht,’ zegt Marcel trots. Zet de televisie aan en zoekt onze serie op.
    ‘Gelukkig is het nu goed, want met nog een laag verf zouden de wijzers maar zo kunnen blijven hangen op half zes.’