zondag 18 februari 2018

Ambulancebroeder


Het kan maar zo gebeuren dat je flink door je enkel gaat en een vriendin nodig hebt om je naar het ziekenhuis te helpen. Call me!

     ‘Ik kom er aan.’ Nog amper HOUDOE gezegd, trek ik mijn jas aan, loop de deur uit, jump in mijn
vlindertuin (zie zijkant auto), rij de wijk uit, de volgende wijk weer in en schup twintig minuten later mijn hulpbehoevende vriend de auto uit:
    ‘Dit is het eindstation. Denk aan uw bagage en vergeet niet uit te checken.’ We spreken af dat ik boodschappen ga doen bij de Appie om de hoek en wacht op zijn bericht om hem te komen halen. Ik vermaak me wel; shoppen en ik gaan heel goed samen.

Hoewel Appie mijn overbekende vriend is, voel ik me bij zijn broer (zelfde bedrijfsnaam, andere plaats) een behoorlijke vreemde. Mijn zoektocht naar gewenste A-merken brengt me sneller tot mijn verplichte stappen, maar kost ook tijd. Ik hoop maar dat mijn vriend in het ziekenhuis die tijd neemt.

Ahold krijgt wat mij betreft een nieuwe uitdaging: zorg ervoor dat alle Appies precies dezelfde indeling hebben. Het zou toch fantastisch zijn als de volgorde van mijn boodschappenlijstje in de Appieapp matcht met elke AH in Nederland. Te weten dat pasta en tomatensaus volgen op de groente-afdeling en tegenover het biologische vlees te vinden zijn. Ik loop niet graag drie keer heen en weer in de winkel – om bijna mijn fantastisch ovenheerlijke lasagne te skippen - want de
tomatensaus is onvindbaar. SnAppie?

Hoewel ik veel zoekuren maakte, was het niet lang genoeg voor mijn vriend in het ziekenhuis. Hij stond op het punt te poseren voor de röntgenfotograaf. Uit ervaring weet ik dat het daar snel of langzaam kan gaan.
    Voor mij is die extra tijd geweldig, want voor mij doemt groots de tekst 50% KORTING op. Livera here I am!

De boel in mijn lingerie-la is aan vervanging toe; deze korting klinkt als gegoten. Niet veel later sta ik in een kleedhokje. Net als vorige week, tijdens moeder-dochter-avond. Celine nam toen een inkijkje in het kleedhokje.
    ‘Mam, dat is een perfect setje. Staat je goed.’
    ‘Dank je. Nu kan ik zelfs in de ambulance voor de dag komen.’
    ‘Huh? Wat?’
    ‘Nou, stel dat ik een ongeluk krijg in de oude meuk die ik nu draag. Het hoort of past niet eens bij elkaar. Ik bedoel maar, een wit bh en een zwart slipje. Hoe akelig is het als na een ongeluk de ambulance broeder, die alle kleren van mijn lijf scheurt, die ouwe troep ziet. Hij zal wel denken!’ Waarop mijn meissie ineens met haar rechterhand tegen haar voorhoofd slaat en langzaam voor haar gezicht omlaag laat glijden.
    ‘Mama! Echt! Koop jij dit setje voor een ambulance broeder?’
    ‘Zo gek is dat niet hoor. Kijk, dit is een bijna 46 jarig oud wijf, ik bedoel lijf. Die is niet meer slank en strak. Ik zie heus, hoewel jullie allemaal angstvallig je mond houden, dat ik niet een klein beetje grijzer aan het worden ben, maar dat het aantal grijze haren per dag lijkt aan te groeien.’ Ik verberg mijn betraande ogen in een nieuw slipje en leg verder uit: ‘Hoe leuk is dan de wetenschap dat een knappe ambulance broeder die de kleren van mijn aftakelende lijf rukt ineens tegen mooi lingerie stuit? Dat ik in al mijn ouderdom daar nog aandacht aan besteed zal hij zeker waarderen.’
    ‘Of van je lijf scheuren.’

Mijn telefoon gaat, het is die vriend in het ziekenhuis:
    ‘Ik ben klaar hoor, als jij zover bent, kan je deze kant op komen.’
    ‘Oké, ik reken nog even iets af.’ Mooi niet dat ik hem vertel waar ik ben.

Niet veel later leg ik mijn handtas en het Liveratasje op de achterbank in mijn rood monstertje, start de boel, rij naar het Antonius, gooi de deur open en laat de vriend instappen.
    ‘Ah, je bent bij Livera geweest.’
    ‘Ja en voor de rest blijft dat tasje stevig dicht!’

Later aan tafel vertel ik manlief over mijn aankopen.
    ‘Ik wou dat ik die ambulance broeder was,’ klint meneer.
    ‘Wil jij serieus dat ik een ongeluk krijg?’
    ‘Nee, het lijkt me geweldig om de kleren van jouw lijf te rukken!’