Beste meneer Dorrestein,
Wat begin ik toch weer seksistisch. Typisch ik om te denken dat
Dorrestein alleen uit mannen bestaat. Het is dan wel een containerbedrijf, maar
dat ik blind bedenk dat een container (voor onze sloopzaken) door een man is geplaatst,
nog verkeerd ook, is niet lief gedacht. Tenslotte
kan er een vrouw aan het roer van Dorrestein en/of de vrachtwagen hebben
gezeten. Feit blijft: de container was super verkeerd gedropt.
Daarom schrijf ik deze brief.
Zoals u weet is een container
verkeerd bezorgd. Hij was bestemd voor ons nummer 20, maar werd geplaatst op een andere nummer 20. We
wonen aan een verwarrende fietsstraat, dat weet ik. Wie bedacht dan ook dat
midden in onze straat, zelfs aan de andere kant van onze brandgang, de straat
een andere naam moest krijgen?
Volgend project: een brief aan de gemeente.
Er was nog zo gezegd de container
te plaatsen op het grasveld en bij twijfel bij de bewoner aan te bellen. Zat ik
daar kant en klaar te wachten op de deurbel, maar er klingelde niets.
Wellicht is er aangebeld bij de andere nummer 20, maar zonder reactie, en zo
dacht uw werknemerster: ik plaats de
container op de privéparkeerplaats van deze mensen. Eind
goed, al goed.
Dus niet! Twee buren konden hun
auto niet meer kwijt, want de container was niet alleen in lengte een joekel,
maar ook in breedte. Daarbij was afgesproken dat de container twee dagen zou
staan. Dat bleek niet lang genoeg. Daarom moest ik opnieuw bemiddelen en de
buurman vragen of hij wat langer mocht blijven staan. Dat mocht, maar dan wel
tegen een boekenbon.
Toe
maar, het mocht mij 20 euro monnies kosten om deze buur te vriend te houden terwijl ik de containerfout niet maakte.
Mijn fout is dat ik de buren elke
ochtend rond half negen hun bed uit laat dreunen. Daar ga ik u verder niet mee
belasten, want dat is niet uw schuld. Maar hé, uw fout kostte mij 20 monnies
voor een boekenbon, mag ik dan een bosje bloemen verwachten op mijn trillende
eettafel?
Met dank voor het uiteindelijk wel verwijderen van
de verkeerd geplaatste container en de vervangende container waar mijn auto
zich achter verstopt. Eigenlijk ben ik gewoon blij dat het nu goed staat. Goed werk, mannekes en vrouwkes!
Met vriendelijke groet vanuit mijn
eierdop,
Irene van Valen
Contactgegevens (knal ik mooi niet
op het wereldwijde web) zijn hiernaast via het 'contact me' op te vragen.
Eind goed, al goed zou je denken.
Niet dus. Ik noemde al dat onze
buren ’s ochtends hun bed uit werden getrild, zo niet hun huis uit werden
geschud. Het valt me nog mee dat er geen meldingen zijn van aardbevingen in
Midden Nederland, want ik voelde de afgelopen
week trillingen á la Richter in ons huis.
Toegegeven, eigen schuld, dikke bult: wij gaan verbouwen. Onze
aanpandige schuur moet geamputeerd worden en plaats maken voor een serre. Het
voelt echt als een amputatie, want het lijkt erop dat het niet los wil komen van ons huis.
Waar het maandag nog redelijk vriendelijk trilde en oordoppen niet nodig
waren, bleek het dak toch steviger dan verwacht. Daarom moest dinsdag grover
materieel komen. Gelukkig bezweek het dak dan toch en waren de muren
gemakkelijker om te krijgen. want zonder beschermend dak leek zelfs een stormpje
genoeg om ze omver te blazen.
Voel je ‘m al? Als het dak steviger was dan gedacht, kon dat ook voor de
vloer gelden. Vol goede moed begon het hakwerk. Er was echter geen doorkomen
aan.
Wat bleek: de schuur heeft een fundament voor een flatgebouw. Opnieuw was het verwachtte
materieel niet voldoende om met een dag of twee de boel er uit te hebben. Er moest
een machine aan te pas komen.
Met het indrukwekkender en
imposanter worden van de machine, werd het geluid direct luidruchtiger. Hier
is waar we de schaal van Richter bij konden leggen. Van schrik schudden de Starwars
Playmobil poppetjes op een plankje in de kamer van Benjamin van hun plek. Sommigen maakten gelukkig een zachte landing op zijn
bed. Op een schap in de huiskamer wiegelde het sleutelbakje van links naar rechts op
het plankje en overal in huis vonden we spullen op de grond. Gelukkig
geen scherven.
Maar de grootste verrassing was wel dat er een boomkweker* bij werd
gehaald. Dat kwam mij zeer goed uit. Want mijn vijf-mini-appeltjes-dragende-appelspriet
moet ooit gesnoeid worden, maar hoe en wanneer dat moet? Dat kon deze man mij mooi even met een Spoedcursus Appelboomverzorging leren.
Oh wacht, ik had mijn oordoppen
nog in.
*deze boomkweker is naast kweker ook loon- en grondwerker. Als
liefhebber van grote machines, was hij de aangewezen persoon om de machine te
besturen die onze schuurvloer er bijna uit heeft. Nog één dagje, hopen ze, en
dan is de vloer er uit. Aan mij om de buren te vertellen dat ze maandag vanaf
half acht (vroeger dan afgelopen week) de boel flink laten trillen.
Oordoppen in de oren? Werken maar!