maandag 11 augustus 2014

Snel-step-duiveltje



Hoe is het mogelijk! We hadden ons ervan vergewist dat auto’s  en ander zwaar geschut ons voor lieten gaan voordat we het zebrapad over liepen en toch… Wat een schrik! Het scheelde niet veel of Celine was toch aangereden. Door haar schok sprong ook ik op en belandde bijna achterop bij een voorbijgaande fietser.

Wie had ook verwacht dat het gevaar van rechts kwam? Nog wel in de vorm van een jochie van een jaar of vijf. Hij kwam plotseling uit het niets op Celine af gerold met een vaart waar je ‘u’ tegen zegt. Ondanks de helling waar hij vanaf kwam denderen, vond hij het duidelijk nog niet snel genoeg gaan, want hij bleef zich almaar afzetten met zijn rechtervoet op de grond. Hierdoor kwam hij voorovergebogen over het smalle stuurtje, met een grote zwaai van zijn been nog sneller vooruit en reed vlak achter Celine’s rug langs.
    Nog voor ze ‘help’ kon roepen, was ze al uit haar sandalen gereden en probeerde zich aan mij vast te klampen. Alsof ik zo’n stabiel persoon ben met mijn flut-evenwicht. Gelukkig kon ik nog net voorkomen dat Celine met deze kleine kerel op haar nek en zijn step in haar rug, tegen mij opbotste. Daarmee vermeed ik dat we languit op het zebrapad zouden belanden en een volgende voetganger over ons struikelde die op zijn beurt een automobilist liet schrikken die tegen een marktkraam zou botsen, die vervolgens door een etalageruit stuiterde en daar de etalagepoppen om zou laten vallen en…
    Al goed. Dit alles door één klein snel-step-duiveltje.

Ondertussen kwamen we aan in de straatjes van een pittoresk Frans dorpje. Aan beide kanten omgeven door winkeltjes en restaurants vervolgden we onze weg. Ons doel was te snuffelen tussen typisch Franse spulletjes verderop in de vele souvenir- en andere provinciale boetiekjes.

Het ratelende geluid van dezelfde ijzeren step bleef ons achtervolgen? Benjamin had vroeger ook zo’n step; ieder kind had zo’n step. Het was helemaal van ijzer, super licht en gemakkelijk in elkaar te zetten of naar lengte in te stellen. Het rammelde vooral enorm. Zoals ook deze die op de keien kletterde, vergezeld van het vrolijk tetterende stemmetje van het kind. Zo werden we achtervolgd door gerammel, gekletter en getetter en klonk af en toe een vrouwenstem die dingen riep als ‘attention’ en  arrêt.’ Het zal wel.

Dan weer werden we ingehaald en reed het kind voor ons langs om weer naar achter te scheuren. Om zenuwachtig van de worden. Waarom nam hij niet even een andere weg. Er waren zoveel zijstraten, allemaal even prachtig, kleurrijk en gezellig. ‘Au revoir!’
    Maar nee hoor, daar kwam ie weer. Sneller deze keer, want de weg ging in een helling omlaag. Celine en ik besloten hem wat meer ruimte te gunnen en stapten opzij, huiverend. Nu ik de boel overzag, zou deze rit heel snel iemands leven kostten. Dat van ons, dat van de mensen die aan de andere kant ons tegemoet kwamen lopen of erger nog, de gasten die aan tafel zaten en wachtten op hun eten. Vergeet ik bijna het kind zelf. Hij zou botsen, dat was duidelijk.
    We verwachtten elk moment een harde BOEM gevolgd door gegil, krijsen en het huilen van een kind. Hij doemde al op in onze linkerooghoek. Als verstijfd bleven we staan. Hij stoof met een noodvaart op de tafel af. Niets of niemand kon hem tegenhouden.

Ineens werd ons duidelijk wat de dagschotel was: ‘Kind gebraden op de huid. Krokant en mals gebakken door het schuiven over de stenen bodem. Liggend op een bedje van geribbeld ijzer en afgemaakt met een takje peterselie en een heerlijke verse pepersaus. Het alles komt rollend op tafel.’

Nog voordat ik ‘bon apetit’ kon zeggen, stond het kind stil. Vlak voor de tafel. Geen ongeluk, geen BOEM, geen dagschotel. Wel mensen die stil vielen. Voor even dan, want terwijl moederlief de step onder haar arm nam en het kind bij de arm greep was het nu niet meer de step die ratelde, maar de moeder. Een waterval aan Franse woorden klonk boos en luidruchtig door de straat.

Tijd voor ons om een zijstraat te nemen!

 
Foto gemaakt door Annemieke van der Klis. Bedankt meid!