Hoe is het mogelijk! We hadden ons ervan vergewist dat auto’s en ander zwaar geschut ons voor lieten gaan
voordat we het zebrapad over liepen en toch… Wat een schrik! Het scheelde niet
veel of Celine was toch aangereden. Door haar schok sprong ook ik op en belandde
bijna achterop bij een voorbijgaande fietser.
Wie had ook verwacht dat het gevaar van rechts kwam? Nog wel in de vorm
van een jochie van een jaar of vijf. Hij kwam plotseling uit het niets op Celine
af gerold met een vaart waar je ‘u’ tegen zegt. Ondanks de helling waar hij
vanaf kwam denderen, vond hij het duidelijk nog niet snel genoeg gaan, want hij
bleef zich almaar afzetten met zijn rechtervoet op de grond. Hierdoor kwam hij
voorovergebogen over het smalle stuurtje, met een grote zwaai van zijn been nog
sneller vooruit en reed vlak achter Celine’s rug langs.
Nog voor ze ‘help’ kon roepen, was
ze al uit haar sandalen gereden en probeerde zich aan mij vast te klampen. Alsof
ik zo’n stabiel persoon ben met mijn flut-evenwicht. Gelukkig kon ik nog net voorkomen
dat Celine met deze kleine kerel op haar nek en zijn step in haar rug, tegen
mij opbotste. Daarmee vermeed ik dat we languit op het zebrapad zouden belanden
en een volgende voetganger over ons struikelde die op zijn beurt een
automobilist liet schrikken die tegen een marktkraam zou botsen, die vervolgens
door een etalageruit stuiterde en daar de etalagepoppen om zou laten vallen en…
Al goed. Dit alles door één
klein snel-step-duiveltje.
Ondertussen kwamen we aan in de straatjes van een pittoresk Frans dorpje.
Aan beide kanten omgeven door winkeltjes en restaurants vervolgden we onze weg.
Ons doel was te snuffelen tussen typisch Franse spulletjes verderop in de vele
souvenir- en andere provinciale boetiekjes.
Het ratelende geluid van dezelfde ijzeren step bleef ons achtervolgen?
Benjamin had vroeger ook zo’n step; ieder kind had zo’n step. Het was helemaal
van ijzer, super licht en gemakkelijk in elkaar te zetten of naar lengte in te
stellen. Het rammelde vooral enorm. Zoals ook deze die op de keien kletterde,
vergezeld van het vrolijk tetterende stemmetje van het kind. Zo werden we achtervolgd
door gerammel, gekletter en getetter en klonk af en toe een vrouwenstem die dingen
riep als ‘attention’ en ‘arrêt.’
Het zal wel.
Dan weer werden we ingehaald en reed het kind voor ons langs om weer naar
achter te scheuren. Om zenuwachtig van de worden. Waarom nam hij niet even een
andere weg. Er waren zoveel zijstraten, allemaal even prachtig, kleurrijk en
gezellig. ‘Au revoir!’
Maar nee hoor, daar kwam ie
weer. Sneller deze keer, want de weg ging in een helling omlaag. Celine en ik
besloten hem wat meer ruimte te gunnen en stapten opzij, huiverend. Nu ik de
boel overzag, zou deze rit heel snel iemands leven kostten. Dat van ons, dat
van de mensen die aan de andere kant ons tegemoet kwamen lopen of erger nog, de
gasten die aan tafel zaten en wachtten op hun eten. Vergeet ik bijna het kind
zelf. Hij zou botsen, dat was duidelijk.
We verwachtten elk moment een
harde BOEM gevolgd door gegil, krijsen en het huilen van een kind. Hij doemde
al op in onze linkerooghoek. Als verstijfd bleven we staan. Hij stoof met een
noodvaart op de tafel af. Niets of niemand kon hem tegenhouden.
Ineens werd ons duidelijk wat de dagschotel was: ‘Kind gebraden op de
huid. Krokant en mals gebakken door het schuiven over de stenen bodem. Liggend
op een bedje van geribbeld ijzer en afgemaakt met een takje peterselie en een
heerlijke verse pepersaus. Het alles komt rollend op tafel.’
Nog voordat ik ‘bon apetit’
kon zeggen, stond het kind stil. Vlak voor de tafel. Geen ongeluk, geen BOEM,
geen dagschotel. Wel mensen die stil vielen. Voor even dan, want terwijl moederlief
de step onder haar arm nam en het kind bij de arm greep was het nu niet meer de
step die ratelde, maar de moeder. Een waterval aan Franse woorden klonk boos en
luidruchtig door de straat.
Tijd voor ons om een zijstraat te nemen!
Foto gemaakt door Annemieke van der Klis. Bedankt meid!