Het woord SHOPPEN kan ik niet meer horen. Winkels kan ik niet meer
zien. Volgend jaar gaan we op vakantie in een omgeving zonder dorp of stad. Het
staat hier zwart op lichtblauw, dus vergeten zal ik het niet snel.
Onze vakantie speelde zich dit jaar af in het prachtige Collioure. Een kleine
plaats met smalle pittoreske straatjes aan de Middellandse Zee tegen de Spaanse
grens. Dit dorp ligt tegen een berghelling en heeft straten die omhoog leiden
en omlaag gaan via trappen en hellingen. Hoe hoger hoe rustiger en bloemrijker
het wordt. Daar waar minder mensen zijn en je op je gemak kan ruiken van de
Franse sfeer met de typisch Franse gevels. Die zijn veelal gepleisterd en geschilderd
in zalm roze, lichtblauwe of pastel-geel. Bloembakken staan, hangen en liggen op
de leukste plekken en kleuren de straten zelfs zonder zon verrassend mooi. Niet
alleen ik, maar ook Marcel zou uren in de straten willen dwalen of hier en daar
zitten op een bankje of traptrede en de wereld aan ons voorbij laten gaan. Gewoon
over de baai, het water, het strand uitkijken of turen naar de overkant.
We hebben echter kinderen waar we helemaal knettergek op zijn, maar die
juist hele andere ideeën hadden bij dit dorpje. Zij doolden liever rond in het centrum en vertoefden graag in de winkeltjes. Het hangen op het strand,
dobberen in zee en krabbetjes vangen is verleden tijd. Zij verkozen
drukke winkelstraten en struinden van winkel naar winkel. Sterker nog: souvenirwinkel
in, souvenirwinkel uit.
Alle koopwaar werd van boven,
onder, links en rechts bekeken. Om na het verlaten van de eerste winkel,
vrolijk de volgende in te wandelen. Zo bekeken ze dezelfde spullen, in een
andere winkel en in omgekeerde volgorde alsof ze het voor het eerst zagen. Onbegrijpelijk!
Zijn dit werkelijk onze kinderen? Hoe kunnen Marcel en ik, natuurliefhebbers
van onze kruin tot in de kleine teen, twee beroepswinkelaars op de wereld
zetten? Ik begrijp het werkelijk niet. Mijn weerzin voor weer een volgende
winkel met dezelfde spullen deed me verzuchten: ‘Elke winkel is hetzelfde, wat
is daar leuk aan?’
‘Mama, elke straat is
hetzelfde. Waarom maak dan toch steeds weer een nieuwe foto?’ Als ze nou eens goed keken
zagen ze dat geen straat hetzelfde is. Maar die souvenirs… Oké ze hebben
verschillende kleuren en verschillen in prijs.
Ondertussen hebben zij in twee en een halve week alle souvenirwinkels in
de regio gezien. Ik had me daarom voorgenomen om onze laatste vakantiedag geen
stap te zetten in welk dorp dan ook, tot ik iemand zag met het ultieme souvenir.
‘Marcel, dat wil ik!’
‘Dan moeten we toch echt naar Collioure.’
Zijn woorden nog amper uitgesproken zaten de kinderen al in de auto, portemonnees
in hun handen. Met een diepe zucht stapte ik in. Om nog dieper dan
voorgaande keren het drukke winkelgebied in te gaan. Elke straat moest
uitgekamd om maar vooral mijn wens niet over het hoofd te zien. Bijna alle
straten gehad, de moed bijna opgegeven gingen we onder een poort door en zag ik
recht voor me een tiental druivenranken staan. Ik koos er één uit en liep dolblij
het dorp uit.
Een druivenplant als souvenir,
herinnering aan deze plek. Sweet maar
ook sour memories, zoals druiven kunnen
zijn.
Zo gingen we op huis aan, iedereen met zijn of haar gewenste souvenir. Zelfs
Marcel. Dat zou ik bijna vergeten. Hij heeft de meest typisch Franse souvenirs.
Alle Frans gekentekende auto’s hebben ze, het viel Benjamin als eerste op: krassen
en deuken.
Wij nu ook. Onze kinderen waren
getuige van een kind dat uitstapte uit de geparkeerde auto naast ons. Een BOEM klonk
tegen onze voordeur, gevolgd door een DREUN van hun achterste autodeur tegen onze
auto. Alsof het compleet normaal is en afgedaan kan worden met een Frans ‘pardon’ dat ze hier te pas en te onpas
zeggen. Marcel en ik waren niet in de buurt... maar toch gratis, vooral
ongevraagd, deze souvenirs ontvangen.
Ruilen? Dat blijkt niet mogelijk.
Ruilen? Dat blijkt niet mogelijk.