zondag 24 augustus 2014

Souvenirs



Het woord SHOPPEN kan ik niet meer horen. Winkels kan ik niet meer zien. Volgend jaar gaan we op vakantie in een omgeving zonder dorp of stad. Het staat hier zwart op lichtblauw, dus vergeten zal ik het niet snel.

Onze vakantie speelde zich dit jaar af in het prachtige Collioure. Een kleine plaats met smalle pittoreske straatjes aan de Middellandse Zee tegen de Spaanse grens. Dit dorp ligt tegen een berghelling en heeft straten die omhoog leiden en omlaag gaan via trappen en hellingen. Hoe hoger hoe rustiger en bloemrijker het wordt. Daar waar minder mensen zijn en je op je gemak kan ruiken van de Franse sfeer met de typisch Franse gevels. Die zijn veelal gepleisterd en geschilderd in zalm roze, lichtblauwe of pastel-geel. Bloembakken staan, hangen en liggen op de leukste plekken en kleuren de straten zelfs zonder zon verrassend mooi. Niet alleen ik, maar ook Marcel zou uren in de straten willen dwalen of hier en daar zitten op een bankje of traptrede en de wereld aan ons voorbij laten gaan. Gewoon over de baai, het water, het strand uitkijken of turen naar de overkant.

We hebben echter kinderen waar we helemaal knettergek op zijn, maar die juist hele andere ideeën hadden bij dit dorpje. Zij doolden liever rond in het centrum en vertoefden graag in de winkeltjes. Het hangen op het strand, dobberen in zee en krabbetjes vangen is verleden tijd. Zij verkozen drukke winkelstraten en struinden van winkel naar winkel. Sterker nog: souvenirwinkel in, souvenirwinkel uit.
    Alle koopwaar werd van boven, onder, links en rechts bekeken. Om na het verlaten van de eerste winkel, vrolijk de volgende in te wandelen. Zo bekeken ze dezelfde spullen, in een andere winkel en in omgekeerde volgorde alsof ze het voor het eerst zagen. Onbegrijpelijk!

Zijn dit werkelijk onze kinderen? Hoe kunnen Marcel en ik, natuurliefhebbers van onze kruin tot in de kleine teen, twee beroepswinkelaars op de wereld zetten? Ik begrijp het werkelijk niet. Mijn weerzin voor weer een volgende winkel met dezelfde spullen deed me verzuchten: ‘Elke winkel is hetzelfde, wat is daar leuk aan?’
    ‘Mama, elke straat is hetzelfde. Waarom maak dan toch steeds weer een nieuwe foto?’ Als ze nou eens goed keken zagen ze dat geen straat hetzelfde is. Maar die souvenirs… Oké ze hebben verschillende kleuren en verschillen in prijs.

Ondertussen hebben zij in twee en een halve week alle souvenirwinkels in de regio gezien. Ik had me daarom voorgenomen om onze laatste vakantiedag geen stap te zetten in welk dorp dan ook, tot ik iemand zag met het ultieme souvenir.
    ‘Marcel, dat wil ik!’
    ‘Dan moeten we toch echt naar Collioure.’ Zijn woorden nog amper uitgesproken zaten de kinderen al in de auto, portemonnees in hun handen. Met een diepe zucht stapte ik in. Om nog dieper dan voorgaande keren het drukke winkelgebied in te gaan. Elke straat moest uitgekamd om maar vooral mijn wens niet over het hoofd te zien. Bijna alle straten gehad, de moed bijna opgegeven gingen we onder een poort door en zag ik recht voor me een tiental druivenranken staan. Ik koos er één uit en liep dolblij het dorp uit.
    Een druivenplant als souvenir, herinnering aan deze plek. Sweet maar ook sour memories, zoals druiven kunnen zijn.

Zo gingen we op huis aan, iedereen met zijn of haar gewenste souvenir. Zelfs Marcel. Dat zou ik bijna vergeten. Hij heeft de meest typisch Franse souvenirs. Alle Frans gekentekende auto’s hebben ze, het viel Benjamin als eerste op: krassen en deuken.
    Wij nu ook. Onze kinderen waren getuige van een kind dat uitstapte uit de geparkeerde auto naast ons. Een BOEM klonk tegen onze voordeur, gevolgd door een DREUN van hun achterste autodeur tegen onze auto. Alsof het compleet normaal is en afgedaan kan worden met een Frans ‘pardon’ dat ze hier te pas en te onpas zeggen. Marcel en ik waren niet in de buurt... maar toch gratis, vooral ongevraagd, deze souvenirs ontvangen.
    Ruilen? Dat blijkt niet mogelijk.