‘Het is mooi geweest. Ik ben helemaal
klaar met schrijven!’ Ik klap mijn laptop dicht.
‘Wat zeg jij nu?’ Marcel staat
op van de bank en duwt zijn hand tegen mijn voorhoofd. ‘Je voelt niet heet, gaat
het wel?’
‘Absoluut, ik ben helemaal primakidoki.
Ik ben alleen klaar met alle schrijfsels. Ik denk dat ik zelfs geen schrijfspullen mee neem op vakantie. Scheelt weer een hoop stuff.’
‘Alsof jij dat kan, niet
schrijven.’
‘Ik verwachtte het nooit te
zeggen, maar blijkbaar bereik zelfs ik een schrijfgrens wanneer schrijven werk
wordt. Ik ben er nog niet uit of ik er oké mee ben, maar hé, time will tell.’
‘Waar ga jij je dan tijdens de
vakantie mee vermaken? Met mij?’ Zijn smile
is groots.
‘Met jou? No way! Ik ga lezen,
heel veel lezen.’
‘Irene, jij hebt nooit tijd om
te lezen.’
Leesproblemen
Dat klopt, voor lezen maak ik geen tijd. Als langzame lezer, duurt het me
te lang. Heb ik dan toch eindelijk na drie keer verlengen een boek uit, dan
klinkt:
‘Allemaal alive and kicking
happily ever after!’ Waarop Marcel zegt:
‘Ik heb mijn zesde boek uit en opnieuw allemaal dood.’ Ieder een eigen genre, dat is duidelijk.
De enige reden waarom ik lees is om goed moe te worden. Zo moe dat mij
ogen zwaarder zijn dan mijn wil om ze open te houden. Voor de rest heb ik geen leestijd,
want ik vind schilderen, puzzelen, social media, Biblejournaling, handletteren,
tuinieren en mijn kinderen pesten veel leuker. Vergeet ik bijna mijn grootste
hobby: wandelen. Bijna alles doe ik na vrijwilligerswerk, het werk in de eigen keuken, achter de
strijkplank of als ik de emmer sop heb leeggegooid en na het inleveren van
artikelen. Lees jij ergens in dit plaatje nog tijd om te lezen?
Ja, in bed. Dat is de enige plek waar ik moet lezen, ja moet! Anders zal
deze wiebelkont nooit slapen. Dat gaat zo: vanuit de badkamer stap ik in bed, prop
mijn kussen tegen de muur, doe het bedlampje aan en ga lezen tot mijn ogen zo
zwaar worden dat ze dicht vallen.
Ik sluit het boek, duw mijn
kussen plat, druk het lampje uit en ben al bijna vertrokken naar het land van
mijn dromen. Zo jammer, ben ik eindelijk in New
Zealand, word ik toch altijd weer thuis wakker.
Als ik niet ga lezen, want soms is het erg laat, stap ik vanuit de
douche het bed in en lig nog en uur te woelen. Niet omdat ik tob, maar puur omdat
de slaap me niet te pakken krijgt en ik wiebelig lig te zijn, naast mijn vent
die alweer een motor probeert na te bootsen. Laat hem er één kopen zeg! Of doe
mij ook zo’n knop. Een knop waarbij zodra mijn hoofd het kussen raakt, ik in dromenland beland. Zo werkt het bij mannen. Het is oneerlijk! Dat wil ik ook.
Bibliotheek bezoek
Wie weet komt het goed met mij en de relatie met slaap. Als ik durf geloven dat schrijven uit is, komt lezen in. Dat wordt een loopje naar de bibliotheek. Wat ik mooi kan combineren met
een wandeling door het bos. Heerlijk de rust van de natuur ervaren, een zwaan
drijvend op het water, allerlei kleuren bloemen die bloeien, geluid van vogels
in de bomen, mijn voetstappen op het pad. Genieten!

uiterwaard, fort en
water komen hier samen
vol verwondering
Het blijft niet bij Haiku’s, Elfjes volgen. Dat zijn versjes van elf
woorden, verdeeld over vijf regels. De eerste regel telt 1 woord, de tweede 2,
de derde 3, de vierde 4 en de vijfde 1. Heb je meegeteld? Dat zijn elf woorden
die je tot de kern brengen. Zo is deze blog van een kleine 800 woorden terug te
brengen tot dit elfje:
verandering
schrijven uit
lezen plotseling hot
diep slapen naast snurker
vernieuwend
Inspiratie
Betere schrijfsels popten op in het bos. Dat kan ik makkelijk zeggen,
want ik deel ze hier niet. Het bewijst dat ik helemaal niet klaar ben met schrijven. Ik begin pas, alleen even in een andere vorm.
Zo werkt inspiratie. Ik ben
geraakt door het eiland van Schalkwijk, door Christel en ons gesprek over haar
werk als kunstenares. Zij beroerde mijn snaar om opnieuw creatief te schrijven. She touched en nu popt en bruist het.
Vergeet de bieb!
Ik ga schrijven. Pennen genoeg!