zondag 12 maart 2017

Misofonie



    ‘Mama!’, roept Benjamin en opent de kast die toegang verschaft tot alle eetbare troep.
    ‘Hé, heb ik gezegd dat jij die kast mag openen?’
    ‘Nee, maar ik riep toch mama?’
    Ineens wist ik dat het anders moet! Ik moet gaan heropvoeden – een opvoedvorm die vorige week niet in me opkwam, maar de afgelopen week in mijn hersens opborrelde. Change is needed!

Het begon met mijn man die wat bleekjes zag.
    ‘Beetje veel drop op, schatje? Je ziet een beetje groen.’ Ik lachte erbij, want ik had nergens last van. Ik heb een snoeploze periode ingelast. Het klinkt makkelijker dan het is, want het voelt als afkicken. Mij buik wil maar wat graag zoetigheid in zijn holletje. Ik wil echter de sterkste zijn en negeer trekgevoelens en blijf weg bij  eerder genoemde kast waar snoeperijen liggen.

Trouwens, manlief had eerder deze week toegegeven dat hij minder zou moeten snoepen. Mijn trots op die woorden was kort, want het bleef bij woorden. Al televisie kijkend graaide een hand niet één, niet twee, niet tien, maar enorm veel keer in de droppot om per keer niet één, maar twee zwarte goedjes in zijn bekkie te stoppen.

De verleiding om mee te willen snoepen kan ik moeiteloos negeren. Zolang ik ervan af blijf is er niets in het handje, toch? Wel heb ik moeite om niet mee te snoepen en zo alle kauwgeluiden naast me te maskeren.
    Dit heeft alles te maken met één hersenafwijking die ik heb. Ik zie al een paar vrienden hun hoofd schudden van: één afwijking?
    Ja, het gaat vandaag om één mankement. De andere komen op hun beurt aan de orde. Voor nu houd ik het bij misofonie, wat het gevolg is van een foutje in mijn kop. Graag dank ik bij deze mijn ouders.  Zij zijn verantwoordelijk voor mijn innerlijke eigenschappen in cellen en dergelijke. Het is allemaal hun schuld. Applaus!

Wat misofonie is lees je hier. De kop erboven zegt al genoeg: maken-eetgeluiden-je-gek-dan-afwijking-in-hersenen. 

En hup, meneer pakt weer twee dropjes uit de pot.  Bedenk even dat één dropje in de mond al veel geluid veroorzaakt, laat staan twee. Het werkt versterkend.

Benjamin komt gezellig binnen en wil het gesnoep nog eens extra bekrachtigen; reikt naar de deur van de snoepkast, maar schrikt van mijn plotselinge:
    ‘Eerst een appel!’
    ‘Oh ja,’, kreunt meneertje en ik laat hem mij even haten.
    ‘Doe mij ook maar,’ zegt de dropverslinder naast me. Zou hij een beetje schransschuldgevoel hebben?
    ‘Goed bezig mannen.‘ Het is dankzij mijn gezondheidswaanzin (zo ziet Benjamin het) dat er nog vitaminen gegeten worden.

Maar als misofonist naast een appeleter te zitten? Dat is het ergste wat bestaat.
    Kijk ze zitten met een bakje appelschijven. Erger nog, mijn man komt romantisch tegen me aan zitten. En krak, daar bijt hij in zijn appel en hoor ik hoe die in zijn mond tot moes wordt gemalen en doorgeslikt, gevolgd door weer een kraak… Kan ik vluchten?

Eureka! Ik weet een oplossing bij misofonie: zelf mee eten. Bij de drop wilde ik dat niet vanwege mijn privé-antisnoepbeleid, maar een appel gaat er wel in. Die eet ik in precies hetzelfde tempo als Marcel. Zo vallen zijn geluiden weg door mijn eigen eetgeluiden.

De appel amper achter de gevulde kiezen, wil zoonlief een zak chips pakken. Ik word boos!
    ‘Wanneer zijn jullie eigenlijk uitgesnoept?’
    Met bolle wangen kijken de mannen op. Het kauwen vergaat ze…
    …voor even. Ik hang ondertussen een briefje op de kast!

Vandaar dat Benjamin ‘mama’ roept en zonder mijn antwoord af te wachten de kast wil openen. Er staat tenslotte alleen maar dat hij ‘mama’ moet roepen.
    Ach wat, hij opent de kast maar! Mijn heropvoeden begint vanaf het moment dat hij die opent. En wat hoor ik dan?
    ‘Mama!’