zondag 22 juli 2012

Tafelgeheimen


Door de jaren heen is er wel wat veranderd aan onze eettafel. Behalve dat er heel wat aan wordt geknutseld, geschreven, gespeeld, gecomputerd, geruzied en gepraat, verspillen we er heel wat tijd met eten. Jawel, wij eten bijna altijd aan tafel in alle rust. Tv en stereotoren zijn uit en zo is er volop ruimte om ruzie te maken over wie nu wat mag zeggen. Wie bij ons de meeste praatjes heeft laat ik in het midden. Dat is toch niet belangrijk voor jou?

Ik schreef dus ook 'verspillen'!  Heb je daar overheen gelezen? Lees maar even terug dan.

Soms is er eentje die treuzelt, want het smaakt niet lekker, er zitten teveel vitamientjes in of de wortels zijn zo hard zijn (duidelijk een kleinkind van opa Frans, want deze man kan ook zo lang knagen op die oranje konijnenhapjes). Dan weer neem ik als derde gang een lekker bakkie en duurt natafelen ook weer langer. Hoewel de twee jongsten dan vaak ook van tafel mogen. Niet zeuren dus! Dit geldt dan voor het avondeten, dat je dat maar weet.

Toch is dat alles nog niet zo erg als de gewoontetjes die zijn ontstaan tijdens de lunch.

Als ik een boterhammetje met kaas eet, dan moet er Marmite op. En dat is dan geen kwestie van klakkeloos smeren, nee, dat moet netjes in dotjes en rijtjes op de kaas. Echt te gek voor woorden, maar ja. Ik ben dan ook wel wat gestoord. Gaat het dan samen op een dubbele rijstwafel, dan knibbel ik ook nog eerst alle kaas die erbuiten valt eraf en dan pas de rest. En wie doet me dat na? Dochterlief!

Vandaag werd ik bepaald bij een tafelgenoot die de kroon spant. Als hij brood smeert, moet het smeerseltje ook echt alle hoeken raken. Geen uithoek mag onbedekt blijven. Oh wee als dat wel zo is.
Zelfs worst moet broodbedekkend passen op de ene helft van de boterham dan wel, want hij vouwt hem dubbel; eieren moeten liefst zo groot zijn als de boterham. Past ie niet, dan wordt links een overhellend stukje weggesneden om die ergens anders op de boterham weer terug te leggen, zodat toch vooral elk hoekje, gaatje gevuld is.

Nu heeft hij weer iets nieuws. Help!
We aten weer eens stokbrood, wat hij een feestje vindt. Dan wil hij drie, zes of negen schijfjes. Voel je 'm? Twee, vier of zes is niet goed, nee het gaat om een drievoud. Want dan kan hij één puntje La Vache Qui Rit smeerkaas in drie delen en één derde stukje passend op het schijfje stokbrood smeren. Papa kent deze wens en smeerde het met liefde voor hem.
Het was echter niet goed... Niet elk hoekje was geraakt. Daar ging zijn bord, onder zijn eigen neus en ik zag een bedenkelijke blik. Ik keek mee, zag niets verkeerds, dus vroeg hem: wat is er nu weer niet goed?

Wat bleek: het ging om rekenwerk. Benjamin kreeg zes schijfjes stokbrood en twee puntjes smeerkaas. Was toch in orde als je voorgaande leest?  Niet dus! Twee stukjes waren groot genoeg, maar vier stukjes niet. Nu moest hij een smeerkaaspuntje delen door vier, wat kan, maar mistte een groot plakje voor de andere smeerkaaspunt die door drie wordt gedeeld. Snap je het nog? Ik zelf nog amper, dus als jij het snapt, terwijl je er niet bij was, vind ik dat knap.

We hadden nog een heel stokbrood, die dus middendoor gesneden moest worden om aan deze eis te voldoen. Gelukkig wilden we allemaal nog een stuk stokbrood, maakt niet uit hoe groot, waardoor meneertje zijn afgemeten schijfje kon krijgen.

Morgen ligt aan de ontbijttafel een meetlint, geodriehoek en rekenmachine erbij, want nu zie ook ik het nut van wiskunde! Eindelijk! Het was allemaal niet voor niets geleerd.