zondag 12 juni 2011

Suikerbietensalade en Bosgroentesoep



Wat was het leven goed in Epen, Zuid-Limburg, waar we een tweetal weekenden hebben vertoefd. Nou ja, het weer was het tweede weekend soms even minder fijn. Het kon ons echter niet deren, want wandelen kan altijd. Regenjassen mee, extra vest aan, natje & droogje in de rugzak, en wegwezen. Een leuke route van rond de 10 kilometer was bedacht. Ik had er zin in en dacht: Onze kinderen moeten dat fluitend kunnen lopen. De avondvierdaagse (4 x 10 km) lukte, dan moet dat hier in het heuvelland zeker lukken. Hupsakee, geen gepiep, gezeur, getreuzel. Lopen met die hap!!! Kilometers vreten, daarvoor zijn we hier!
   “Ik heb een potje met vet…”

We waren nog maar een kilometer of drie verder of er klonk me toch ineens een gemopper! Had ik niet gezegd:
   "Geen gepiep, gezeur,getreuzel?"
   Eén van de kids zet het na een kwart van de route tóch op een piepen!? Zei daar iemand:
   "Ik ben moe!"?
   Mijn oren werken niet helemaal 100%, dus ik hoopte het niet goed te hebben gehoord. Tot honderd meter verder de vraag klinkt of we even op een bankje konden gaan zitten. Nou goed dan, we dronken wat, aten een appeltje en vertrokken weer.

Wat schetste onze verbazing?! Het mopperende meisje, had blijkbaar gewoon een snack nodig, want nu liep ze neuriënd verder. Er klonk geen piep meer uit dat strotje, maar zang. Voor de insiders, leuk om te melden dat het nummers waren als: ‘Ga en strijd en werk, van de morgen aan'. Stapte ze over op 'Voorwaarts Christen strijders'. Hoe verbazend om te zien hoe die dame opleeft na een hapje eten. En hoe!
   Nog verbazender dat ik als ouder, dat nou nog steeds niet in mijn systeem heb zitten als automatische reply op haar gemopper. Hoe vaak heb ik niet meegemaakt dat die heerlijke meid van ons, zwaar chagrijnig thuis komt van school en na te hebben gegeten, gewoon fluitend door de kamer stuitert. Een metamorfose, dat wil je niet weten!!!

Even terug naar de wandeling…
   We zijn ondertussen ruim over de helft als Benjamin, (die een spoor van vernielde brandnetels en ander ongewas achterlaat, omdat hij met een zwiepende tak alles neer maait), een paar aren vindt. Hij vraagt mij wat het is, tarwe, gerst of volkoren, maar ik weet het niet, ben toch geen boerin? Hij vraagt of we er brood van kunnen maken? Wat we daarvoor nodig hebben? Of ik in de tent olie, zout, water, gist e.d. heb? Oh ja, joh natuurlijk we hebben alles in de tent! Het is all inclusive, als het aan de kids ligt.
   Oven erin, beter nog, een brood-bakmachine. Zie het al voor me.

Als we nog verder lopen vinden Benjamin en Celine ook een suikerbiet met verlepte bladeren. Of we dat kunnen eten. Koeienvoer? Hoe dan ook, het moet mee.
   Al snel hebben zij hun handen vol met aren, een bosje bloeiend gras, die suikerbiet, dennenappeltjes en nog een onbekend ‘groentetje’ waar binnenin een soort van erwtjes zaten.
   Al verder wandelend en richting eind van de route, hoor ik aan hoe er plannen worden gesmeed om met deze ‘groenten’ iets lekkers te gaan maken. Zo blijkt dit een van de leukste wandelingen ooit, want het was een waar genot om hen te horen overleggen over hun kookplannen.
   Zouden zij het dan ook door hebben als wij de route nog even langer maakten? Ik wil nog wel even verder genieten.

Eenmaal bij de tent, komen de zakmensen tevoorschijn en snijden onze chef-koks in dop hun 'groenten' met veel liefde klein. Ze spreidden een enthousiasme ten toon, die me de gelukkigste moeder op aarde maakt. Na een tijdje snijden en sorteren, houden de kids werkelijk twee prachtige borden onder mijn neus:
   ‘Suikerbietensalade’ en ‘Bosgroentesoep’.