Krantenartikelen

zondag 30 augustus 2015

Paniek



Verschillende verhalen dwalen door mijn hoofd. Verschillende aantekeningen vullen mijn notitieschrift. Zoveel meegemaakt, zoveel woorden in mijn pen die geschreven willen worden. Leuke dingen te vertellen en toch… juist vanavond blijkt dat ik me vastgebeten heb in the wrong story.

Het verhaal wil blijkbaar niet beschreven worden, hoe ik mijn best ook doe. Ondanks herlezen van mijn eigen woorden, herschrijven van de zinnen, schaven aan de tekst en schrappen van hele alinea’s (dat noemen ze dus het schrijfproces), werd het verhaal niet beter, maar vooral slechter.

Ik raak in paniek. Ik ben teleurgesteld in mijn eigen kunnen. Ik twijfel aan mij en word overvallen door totale inspiratieloosheid. Geloof me, dit is frustratie van de hoogste orde. Ik sta in mijn ergste chagrijnstand, want ik heb een...



Wat nu?
Zal het helpen als ik voor de komende week elke dag twintig keer herhaal:
Ik heb geen schrijverblok!
Ik heb geen schrijverblok!
Ik heb geen schrijverblok!
Ik heb geen schrijverblok!
Ik heb geen schrijverblok!
Ik heb geen schrijverblok!

We zien het volgende week, tot dan!
 




zondag 23 augustus 2015

Elastiekjes



De deur zwaait open. Ik kijk geschrokken op. Niets anders dan de loop van een geweer wordt naar binnen gestoken. Ik hoor een paar ‘klikken’  en wacht gespannen af.
   Er gebeurt niets. Dat is vreemd, want de afgelopen dagen vloog het me om de oren.

Benjamin stapt de kamer in en laat het geweer rusten op zijn arm. Zijn ogen en mond hangen nogal.
   ‘Boven deed hij het nog!’
‘Hoe kan het dan dat hij nu dienst weigert?’, vraag ik en pak een elastiekje van de bank.
   ‘Ik heb het geweer veranderd. Kijk!’ Hij houdt het ding onder mijn neus. Ik kijk er goed naar, zet mijn bril recht en haal een vlek weg. Eigenlijk zie ik amper verschil met gisteren, maar dat toegeven zal hem nog verdrietiger maken. Ik moet iets ontdekken dat anders is.
 ‘Ah ja, je hebt het handvat aangepast. Die was gisteren niet zo glad en wat smaller.’
    ‘En verder?’ Er is dus meer veranderd.
    ‘Eigenlijk zie ik verder geen verschil.' Ik kan maar beter eerlijk zijn. 
    ‘Ma-am, kijk nou, hier heb ik een blokje op gezet en daar wat verstevigd en dit heb ik breder gemaakt.’

Dat er frustratie in zijn stem klinkt, snap ik heus. Hij brengt geniale wijzigingen aan, aan zijn elastiek-schiet-geweer-ding en ik zie het niet eens. Laat staan dat ik weet hoe ik dat ding moet noemen. Het is een geweer en ik hou niet van geweren. Zelfs als er geen greintje kwaad in het geweer zit, want meneer schiet met losse flodders. Moet je maar eens zien hoe los een elastiekje om je vinger floddert als je ‘m daaraan hangt. Daar schiet je geen mens mee dood en al helemaal niet als ze niet afgeschoten blijken te kunnen worden.
   Benjamin pulls the trigger nog een keer. Opnieuw hoor ik ‘klikkerdeklik’ en er vliegt geen elastiekje door de kamer. Oké, voor heel even hou ik van dit wapen.

Waar ik minder van hou en behoorlijk gestoord van wordt zijn de elastiekjes overal in de kamer.
   Dat is met de haren gegroeid besef ik nu. Hoe langer Celine’s haar wordt, hoe meer haarelastieken ik tegenkom. Ze laat ze echt overal in huis rondslingeren of steekt ze in haar broekzak als ze haar opgestoken wilde haren los wil laten hangen. Elastiek in, elastiek uit. Niets zo wispelturig als een tiener met lang haar en de daarbij behorende elastiekjes.
    Komen daar de laatste tijd dunne postelastieken bij. Want ik zei toch al: eerder deze week deed het geweer-gevaarte het wel en dus zijn er heel wat elastieken hier door de kamer gevlogen.
    Ik vond postelastieken op een hoopje in de hoek bij onze voorraadkast. Bovenin die deur zitten namelijk drie gaten en het is duidelijk dat meneertje heeft geprobeerd een elastiekje door één van die gaten te schieten. Bij afwezigheid van een elastiekje ín de kast, weet ik dat hij daar niet in is geslaagd.
    Andere elastiekjes vind ik aan een knop van de ladekast, tussen het fruit op de schaal, over het hoofd van een beeldje op de kast, in mijn schoen, aan de sleutel in het slot en op tafel. Gisteren zag ik hoe Benjamin een elastiekje in de plant op de kast schoot.

Die haal ik er nu gelijk maar even uit… en struikel bijna.
    Heb je ooit gevoeld wat er gebeurd als je over een elastiekje wilt sloffen? Dat lukt niet! Het is de beste antislip! Levensgevaarlijk, want ik lag bijna met mijn snufferd naast alle bij elkaar geraapte elastiekjes op tafel.

Ineens voel ik alle soepelheid en flexibiliteit uit me wegtrekken. De rek is er behoorlijk uit en dat alleen maar door al die stomme elastieken die ik al de hele week tegenkom. Ik heb zin om te gillen! Ik kan ze niet meer zien. Ik wil er niets meer over horen.

Komt Celine al spelend met haar mooie haarlokken de kamer in:
    ‘Mam, heb jij mijn elastiekje gezien?’

zondag 16 augustus 2015

Fiat 500



Dit is mijn favoriet: de Fiat 500 – rood!
    Eens zien hoe jij je houdt tegenover de oogopslag van deze auto. Ga er eens een meter of zes vanaf  staan. Nee, niet aan de zijkant, maar bij de voorkant. Kijk diep in de schattige ronde oogjes en let op hoe zij knipoogt en intens liefdevol lijkt te zeggen:
    ‘Neem mij!’

Ooit zocht en vond ik deze rode auto uit bouwjaar 1972 – hetzelfde bouwjaar als ik. Dat leek me gaaf. Mijn wederhelft bracht echter een eind aan deze waanvoorstelling. Hij zag al voor zicht hoe ik keer op keer, leunend tegen mijn droomauto, weer de wegenwacht belde of door hem versleept moest worden. Hoewel ik vermoed dat deze Fiat met gemak in zijn achterbak past.
    Alles best, autorijden kan ik heus, maar eraan sleutelen is toch voor manne… uhm garages?

Dat zelfs Benjamin mijn droom zou begrijpen had ik nooit verwacht. Het was aan de Cote d'Azur, dat hij viel voor de charmes van Madammeke Fiat.
    ‘Mama, die moet jij kopen!’
    ‘Ik weet het schatje, zij en ik passen perfect, maar de prijs heeft een iets te grote maat.’
    ‘Maar kijk nou hoe leuk ze is.’ Hij kon zijn ogen er niet vanaf houden, behalve voor een voorbijrijdende Lamborghini dan. ‘Als ik er twintig tel, koop jij er dan één?’, vraagt ie en quasi lacherig antwoord ik.
    ‘Ja.’ We komen er toch geen twintig tegen.

Direct begon hij te tellen en binnen een uur had hij er zeven op zijn telraam staan. Dit ging in topsnelheid. Mijn gordel leek strakker te zitten. Een dag later telde hij verder en kwam tussen Grimaud en Sainte Maxime, dat is veertien minuten rijden, tot vijftien stuks.
    ‘Marcel, mag het raam open? Ik krijg het benauwd.’ Het is hoogtijd voor een rectificatie, want de twintig zouden bereikt worden. ‘Benjamin,’ piepte ik, ‘ik hoop dat je doorhad dat ik gisteren een grap maakte en dat die lieve pittoreske voiture er echt niet komt.’
    ‘Maar…’
    ‘Of jij moet ‘m betalen!’
    ‘Twintig! En deze is nog rood ook!’, riep Benjamin dolbij uit. Zwijmelend keek ik met hem mee… een Madam cabriootje.

Nu we de twintig geteld hadden en dat binnen twee dagen, zouden we al snel de tel kwijtraken, dus ik ging turven. Benjamin daagde me opnieuw uit:
    ‘Mama, koop je er dan één bij honderd?’
    ‘Ik dacht het niet.’

Toen werd het idee geboren voor een vakantiefilmpje (zie onder). Ik wist direct hoe ik my seconds of fame wilde laten zegevieren op het witte doek.
    ‘Dat wordt zoeken naar een rode Fiat 500!’
    ‘Wees jij nou maar blij met welke Fiat 500 ook, want we schudden heus niet zomaar een rood Madammeke Fiatje op de weg.’
    ‘Hoezo? We zijn net tien minuten onderweg vanaf de camping en per minuut kwam ik er één tegen.’
    ‘Was er eentje rood?’
    ‘Nee, maar dat vergroot juist de kans om een rode te vinden.’ Ik zie via de make-upspiegel dat Celine’s gezicht verandert in een grimas waarmee ze overduidelijk zegt: laat Benjamin maar kletsen. Wij gaan jouw auto vinden! Terwijl Marcel natuurlijk Benjamin bijvalt. De pessimisten!

Amper de auto uit, reed daar zomaar een rode Madam Fiat de straat in. De bestuurster (dat zijn het altijd) parkeerde haar op de parkeerplaats waar wij net voorbij slenterden en vertrok.
    ‘Niet te snel erop af mensen!’, riep Marcel en greep me bij mijn arm. Maar nog amper weg, riep hij:
    ‘Filmen!!!’

Een paar dagen later, op weg naar Nice telde ik de honderdste dame.
    ‘Honderd! Ik trakteer op een Mc. Flurry!’, en verwachte dat iedereen luid hoera zou roepen en klappen, maar nee, het was a one women party.
     Marcel moest zijn handen aan het stuur houden. Benjamin kreeg sowieso niets mee, want hij had zijn koptelefoon op en Celine ging zo op in haar tekenkunsten dat haar hoera vertaald werd in een klein beweginkje - haar handen gingen omhoog van het papier - en ze tekende weer verder.

Uiteindelijk zag Benjamin in de hoeveelheid getelde Madam Fiatjes een teken: 166 stuks (en hoeveel hebben we gemist omdat we de andere kant op keken?).
    ‘Mama, we hebben er hier zoveel gezien. Dat moet iets bewijzen. Namelijk dat jij er één moet kopen.’
    ‘Het enige bewijs dat ik heb: er bestaat een Fiat 500 hemel en ik ben er!’



zondag 9 augustus 2015

Picknickmand



Nog maar net terug van een goed warme vakantie in Frankrijk, werd mijn hart vandaag extra verwarmd door mijn zus (Heidi). Ze heeft tijdelijk Amerika ingeruild voor Nederland en maakte de afgelopen weken dit land onveilig (met mijn auto), waar ik de Cote d’Azur onveilig maakte.

De tijden zijn nu veranderd. Wij zijn terug van vakantie en het is tijd dat ik Heidi een paar dagen claim. Dat begon vandaag.
   Ineens liep ze zomaar op me af. Zomaar alsof ze uit Skype is gestapt. Even dacht ik een fatamorHeidi te zien. Ze was echter geen nepverschijning, kwam steeds dichterbij, terwijl ik voelde dat mijn ogen vochtig werden. Zoals ook bij haar.
   ‘Zijn we emotioneler geworden?’, vroeg ik haar en deelde een flinke knuffel uit.

Ik denk dat het alles te maken heeft met het feit dat ik haar meer mis dan ik besef. Facebook, Skype en WhatsApp kunnen het gevoel van een life hug, haar echte stem en het echt samen-zijn niet vervangen. Het is soms gewoon nep-social-media.

Maar aan deze dag was alles als een life hug all day long, met Heidi, haar jongste zoon, haar oudste zoon met zijn gezin en mijn gezin. Een lekker stel, geloof me. Een dag vol gelach en tijd om goed up te catchen zijn gegarandeerd. Ik zou haast zeggen: NIET STOREN!

Genietend van het mooie weer zaten we in een park. De mannekes van het stel waren behoorlijk sportief bezig, waar de dames lekker op en rond het kleed hingen. Kletsend uiteraard, hoe herkenbaar.
   Tot ik eigenlijk wel trekzin in iets had. De koelbox, die niet meer zo koel was, want de deksel inclusief koelelementen lag er al langere tijd naast, liet zien dat er van alles te drinken was, maar wel wilde kauwen. Gelukkig vond ik in een andere tas een zak ships. Al snel knabbelde ik er krakend op los.

Tot er ineens een busje het veld op kwam rijden. Ik keek om me heen, verbaasd, want dit was toch een park? Waarom komt die lelijke wagen alle schoonheid verpesten? Wat heeft hij trouwens een grote picknickmand achterop zijn aanhanger!
   Dat kwam goed uit, ik had nog steeds trek, die van het lekkere.

Wij hadden echter geen mega-picknickmand besteld en om ons heen zagen we ook geen gezelschap die zoveel nodig zou hebben. Waar was het feestje eigenlijk? Het leek me het beste om maar even af te wachten en te zien of er nog iets uit de mand zou komen.

De mand werd van de wagen geduwd en getrokken, met zes man nog wel. En weet je wat er uit kwam? Zelfs toen ze ‘m omgegooid hadden?
   Helemaal niets! Volgens mij beseften ze nu zelf ook dat ze het eten vergeten waren. Sufferds.

Ondertussen vulde het veld zich met meer mensen en nog twee busjes met zulke grote manden. Alsof ik nu nog durfde hopen dat daar een uitgebreide picknick uit tevoorschijn zou komen. Volgens mij is dit feestje niet voor ons bedoeld. Ik ging weer zitten en keek even verder dan wat ik zag. Ik bedoel maar, omdat mijn buik wilde eten, zag ik een huge picknickmand, maar nu ik beter keek, zag ik dat ik getuige zou worden van drie hete luchtballonen die vlak voor mijn neus zouden worden gevuld en opstijgen.

Heerlijk om te zien hoe mijn zus opsprong met in haar hand de fotocamera. Hoe vaak maak je mee dat je eersterangs zit en getuige bent van drie heteluchtballonen die gereed worden gemaakt voor een vlucht. Ik tot nu toe nog maar één keer, één ballon. Way back!

De foto’s van mijn zus komen vast en zeker binnenkort op haar site. Ik verwijs je daar graag  naar, want ik weet zeker dat ze binnenkort hele mooie foto’s plaatst van deze middag. Ze zullen geweldiger zijn dan deze blog, want amper terug uit Frankrijk en direct opgetrokken met mijn zus, was er weinig tijd voor iets anders. Mijn zus was en is even belangrijker.

Tot volgende week!